Kraamzorg

Wat doet de kraamverzorgende?

Zeker als je in verwachting bent van je eerste kindje, heb je geen idee wat je kan verwachten van de kraamweek. Op deze pagina lees je een korte uitleg.
De kraamverzorgende is in de kraamweek jullie grote steun en toeverlaat, maar zij doet zoveel meer:

  • Ze assisteert bij de thuisbevalling en/of is er zodra je thuis zorg nodig hebt na de bevalling.
  • Ze observeert, signaleert en rapporteert dagelijks naar de verloskundige en schakelt indien nodig medische zorg in.
  • Ze rapporteert elke dag in een zorgplan de wijzigingen en veranderingen.
  • Ze waarborgt de hygiëne van moeder en kind.
  • Ze geeft voorlichting en advies m.b.t. de baby en jouzelf.
  • Ze begeleid bij de voeding van je baby en jouzelf. Onze verzorgenden zijn gespecialiseerd en goed geschoold op het gebied van borstvoeding, maar ook op de hoogte van de laatste ontwikkelingen van o.a. zuigelingenvoeding.
  • Ze zorgt voor rust en houdt de gezondheid van jou en je kindje goed in de gaten.
  • Ze doet licht huishoudelijke werkzaamheden.
  • Ze ondersteunt bij ontvangst van visite.
  • Ze biedt zorg aan het hele gezin m.b.t de veranderingen die de komst van een baby met zich mee brengen.

Normaal gesproken is kraamzorg 49 uur en deze uren worden verdeeld over 8 dagen, ervan uitgaande dat de baby borstvoeding krijgt. Bij kunstvoeding is dit 45 uur. De dag van de geboorte van je kindje is ook de eerste dag van de 8 dagen kraamzorg. Dit komt neer op ongeveer 6 uur aangesloten zorg per dag. Het kan zijn dat jij voor 24 uur hebt gekozen, dan gaat het om 3 uur aangesloten zorg per dag.

Het kan zijn dat je start niet zo soepel is verlopen. Dan biedt het LIP (Landelijk Indicatie Protocol) ook mogelijkheden om de zorg uit te breiden naar maximaal 10 dagen. Dit gaat altijd in overleg met de verloskundige.

Soorten kraamzorg 

Kraamzorg valt onder het (wettelijk vastgestelde) basispakket van de zorgverzekering.
Bevallingsassistentie staat los van de kraamzorg en kan altijd worden ingezet.

1. Kraamzorg volgens het LIP (Landelijk Indicatie Protocol kraamzorg) 

Onder kraamzorg volgens het LIP wordt verstaan: zorg zoals kraamverzorgenden die plegen te bieden aan moeder en kind in verband met een bevalling, gedurende ten hoogste tien dagen, te rekenen vanaf de dag van bevalling.

Kraamzorg wordt onderverdeeld in een zevental producten, namelijk:

  1. verzorging en controle van de kraamvrouw;
  2. verzorging en controle van het kind;
  3. voorlichting en instructie;
  4. observeren, signaleren en rapporteren;
  5. waarborgen hygiëne;
  6. verzorging en/of opvang van huisgenoten;
  7. a huishoudelijke taken basis;
    b huishoudelijke taken extra;

Bij geen bijzonderheden in het kraamgezin wordt een pakket van maximaal 49 uur kraamzorg over 8 dagen ingezet. Er zijn geen meer/minder factoren van toepassing (omgevingsfactoren, moederfactoren en/of kindfactoren).

1.a Meerzorg 
Meerzorg wordt ingezet wanneer één van de meerfactoren van toepassing is.
Over meerfactoren wordt gesproken indien er zich tijdens de kraamperiode wijzigingen in de situatie van het kind, de moeder en/of de omgeving voordoen, waardoor het noodzakelijk is de aard en de omvang van de kraamzorg naar boven bij te stellen.

Er is naast extra inzet van kraamzorg op de producten die omschreven staan in het LIP, ook extra inzet op de producten verzorging, huishoudelijke taken en opvang van huisgenoten mogelijk. De indicatiestelling vind plaats zoals beschreven in het LIP.

1.b Minderzorg
Minderzorg is van toepassing als één van de minderfactoren van toepassing is. Of als het kraamgezin zelf minder zorg wil afnemen, omdat zij in staat zijn zelf in een aantal taken te voorzien.

Over minderfactoren wordt gesproken indien er zich tijdens de kraamperiode wijzigingen in de situatie van het kind, de moeder en/of de omgeving voordoen waardoor het noodzakelijk is de aard en de omvang van de kraamzorg naar beneden bij te stellen. De indicatiestelling vind plaats zoals beschreven in het LIP.

De Indicatiestelling van het LIP
De eerste indicatie volgens het LIP wordt gesteld door de intaker. De (her)indicatie wordt op een tweetal momenten gesteld: 

1. Kort na de bevalling
De huisarts of verloskundige is medisch verantwoordelijk voor het kraambed. Deze stelt samen en op advies van de kraamverzorgende de diagnose over de situatie van de moeder en het kind en legt de diagnose vast in het kraamzorgdossier. Kraamzorg Vecht & Venen is verantwoordelijk om op basis van een veranderende zorgbehoefte een passend aanbod te doen voor kraamzorg. De herindicatie en de daartoe behorende onderbouwing wordt vastgelegd in het kraamzorgdossier. 

2. Tijdens de kraamperiode (in ieder geval op de derde of vierde dag) 
In de kraamperiode verloopt het stellen van de herindicatie op dezelfde wijze als kort na de bevalling. 
Doordat de (her)indicatie met bijbehorende argumenten wordt vastgelegd in het kraamzorgdossier, is het mogelijk achteraf vast te stellen of op basis van valide argumenten de juiste zorg is ingezet. 

2. Verlengde kraamzorg

Normaal blijft de kraamverzorgende tot en met de 8ste dag na de geboorte van de baby. Toch kan het voorkomen dat u door omstandigheden behoefte heeft aan één of twee extra dagen kraamzorg. In overleg met de verloskundige kan daarom de zorg uitgebreid worden naar maximaal 10 dagen.

3. Verlate/Uitgestelde kraamzorg

Kraamzorg Vecht & Venen hecht veel waarde aan een goede ondersteuning in de thuissituatie, ook na een ziekenhuisopname. Indien er sprake is geweest van een ziekenhuisopname, adviseren wij u om contact op te nemen met ons en uw verzekering over de mogelijkheden.